Taalgebruik verraadt wetenschappelijke fraude
Diederik Stapel, de beruchte “liegende wetenschapper” die in 2011 met tientallen fictieve psychologie onderzoeks publicaties door de mand viel, geeft onbewust zijn bedrog aan door de taal die hij gebruikt.
Net als het overdrijven van de zekerheid rond zijn resultaten, gebruikte Stapel meer aan wetenschap gerelateerde termen om zijn methoden te beschrijven tijdens het schrijven van zijn frauduleuze “bevindingen” dan bij het beschrijven van echte resultaten.
Onderzoekers die Stapel’s werk hebben geanalyseerd zeggen dat ze zijn echte onderzoeken van de fictieve kunnen scheiden met ongeveer 70 procent nauwkeurigheid.
Op dit moment is men bezig met een grotere steekproef op publicaties van vele verschillende wetenschappelijke fraudeurs, om te zien of de detectie methode ook in het algemeen werkt.
Dating en de waarheid
Het team van Jeff Hancock’s aan de Cornell University in New York, heeft eerder de taal bestudeerd die wordt gebruikt door leugenaars in de politiek en online dating.
Het is bijvoorbeeld gebleken dat Amerikaanse presidenten bij het afleggen van valse verklaringen, de neiging hebben om negatieve woorden zoals “angst” of “ondergang” vaker te gebruiken.
De context is hierbij van belang: wanneer presidenten over het onderwerp oorlog liegen, gebruiken ze minder vaak persoonlijke voornaamwoorden zoals “Ik” en “mij”.
Maar mensen die bedrieglijke online dating profielen schrijven gebruiken deze voornaamwoorden juist meer dan degenen die de waarheid vertellen.
Voorspelbaarheid
Markowitz en Hancock vermoeden dat er mogelijk specifieke taalkundige kenmerken zijn die bedrog signaleren in de wetenschap.
Het werk van Stapel was de ideale proeftuin. “Hij produceerde een enorme hoeveelheid publicaties” zegt Markowitz.
“En het feit dat hij zo nauwkeurig werd onderzocht gaf ons een unieke kans.”
Het onderzoek behelsde de 24 geselecteerde publicaties van Stapel’s, waarvan nu bekend is dat deze frauduleus zijn, en nog eens 25 die de officiële controle hebben doorstaan.
Ze kozen alleen publicaties waarvan Stapel als eerste auteur was vermeld.
Stapel gebruikte meer versterkende woorden als “diep” en “extreem” – en minder reducerende factoren – als “alleen maar” en “enigszins” in zijn frauduleuze publicaties.
“Hij probeerde de frauduleuze onderzoeken over te waarderen,” suggereert Markowitz, die nu onderzoekt of dit patroon ook geldt voor andere wetenschappers die betrokken zijn bij frauduleuze publicaties.
Gescreend door de machine
Als het detectieprincipe op grotere schaal werkt, kan het wellicht toegepast worden op het screenen van wetenschappelijke literatuur. Er zullen geen harde bewijzen van fraude uitkomen, maar een signaal tot nader onderzoek kan zeker wel worden gegeven.
Door: Peter Aldhous (2014)